Schaatscoach Jillert Anema houdt lezing voor de Boogschutter



Door Theo Geskus
 
Schaatscoach Jillert Anema van Team Clafis heeft het hart op de tong. Hij is eigenzinnig, chargeert, prikkelt en weet het altijd beter. “Voetbal is een onderontwikkelde sport." Pats boem. Welkom bij de lezing van deze Friese spraakwaterval in het clubhuis van Alcides. Maar Anema beurt zijn voetballende toehoorders meteen weer een beetje op. In de wielersport, stelt hij klip en klaar, is de ‘onderontwikkeling’ nog een tikkeltje erger.
Anema blijft doorpraten, strooit kwistig met oneliners. Hij weet het zeker: Er heerst vandaag de dag nog altijd een dopingcultuur in de wielersport. Zelfs meer dan voorheen. “ Het is pillen slikken, pillen slikken...” Anema blikt uitdagend de volle kantine in. “Die man durft wel iets te roepen”, mompelen een paar ras-Alcideanen aan een statafel.
Jillert Anema (60), geboren en getogen in Harlingen, is een man met een gebruiksaanwijzing.  Je houdt van hem of je haat hem. Een gulden middenweg is er niet, vindt de schaatscoach zelf trouwens ook. Vanaf zijn jeugdjaren huldigt hij een belangrijk principe: ‘’Niet iedereen hoeft mij aardig te vinden. Mensen die mij haten mogen lekker achteraan sluiten in de rij. Succes ermee.”
Anema begeeft zich vaak op glad ijs, ook figuurlijk. Dat zorgt niet zelden voor frictie in een land dat geen uitgestoken nekken accepteert. Dat hij lovende woorden spreekt over Louis van Gaal is niet verwonderlijk. ‘’Dat we tijdens het laatste WK zo goed presteerden is aan hem te danken. Van Gaal was alleen de baas. Nu zijn de spelers de baas.”
Anema is een echte winner, als rechtgeaarde voetballiefhebber doet het verliezen van drie WK-finales hem ‘gruwelijk veel pijn’. Ronduit ergernis heerste er bij hem over de luidruchtige Oranje-feestneuzen die op voorhand al de overwinning vieren. “Feestvieren doe je pas als je daadwerkelijk succes hebt behaald. Daar gaat het in Nederland vooral bij het voetbal vaak mis.”
De teloorgang van het Nederlands elftal is volgens Anema compleet op gang gekomen na de aanstelling van Guus Hiddink als bondscoach. “Die man is 70 jaar. Dan ben je gewoon te oud. Als jullie mij op die leeftijd nog langs de baan zien staan moet je hard roepen: Stop ermee! Maar dat gaat niet gebeuren, hoor. Op m’n zeventigste ben ik beslist geen schaatscoach meer. Ik wil me op oudere leeftijd wel op een andere manier dienstbaar blijven maken aan de sport. Ja, dat kan zeker ook buiten het schaatsen zijn.”
Waardering voor Van Gaal. Maar Anema is nou eenmaal Anema en geeft dus de voetbalcoach eveneens graag ongevraagd advies. “Hij moet zich veel normaler gedragen tegen journalisten.”
In overzichtelijke sportkantines gebruikt Anema bij voorkeur geen microfoon. Zo kan hij zijn gepassioneerde woordenstroom – niet zelden van de hak op de tak – extra kracht bijzetten met onnavolgbare armbewegingen. De All Blacks – stoere koosnaam voor het rugbyteam uit Nieuw Zeeland – hebben zijn sporthart gestolen. “Die kerels kiezen niet voor geld. Ze hebben bovendien de absolute wil om te winnen. Dat mis ik bij Nederlandse voetballers. Je wint wedstrijden met adrenaline in je lijf. Kijk naar Ajax. Dat is een verzameling flapdrollen. Geen drive.”
Anema vertelt met gepaste trots over zijn schoolsuccessen als schaatser én kaatser. Als voetballer kon deze man met lef en bravoure eveneens aardig uit de voeten. “Ik wilde steeds het net zien en scoren. Doelpunten maken daar gaat het om. Dus mijn tip aan jullie: alle ballen op de spits!”
Tijdens lezingen mag Anema dan behoorlijk uitgesproken en opgewonden zijn, bij wedstrijden is hij de rust zelve en observeert. “Als ik onrustig ben, dan weet ik dat ik als de sodemieter moet ingrijpen. Je moet altijd bedenken: doe ik iets of doe ik niets.”
Anema grijpt terug naar het ongecensureerde televisieportret dat Mart Smeets namens de NOS met hem maakte. “Een probleem heeft een natuurlijke neiging om zichzelf op te lossen. Als je een drol op stoep hebt liggen, is die een maand later weg. Ook als je er niks aan doet. Ik veel gevallen is het verstandig om gewoon even af te wachten.”
Anema baarde opzien in Amerika. Op tv-zender CNBC ontrafelde hij haarfijn het falen van de Amerikaanse schaatsers tijdens de Olympische Spelen in Sotsji. In zijn ‘Meppel-lezing’ wint hij zichtbaar sympathie bij de aanwezige selectie van DOS’46. “Want bij korfballers is het positiespel beter dan bij voetballers.’’
Kleine Jillert had één doel voor ogen: Wereldkampioen schaatsen worden. Zover kwam het niet. De Fries haakte af toen bleek dat leeftijdsgenoot Hilbert van der Duim (later Wereldkampioen) steeds snellere rondjes reed. Anema is er niet gefrustreerd door geraakt. Je moet hem geloven, want liegen komt immers niet voor in zijn woordenboek.
 
‘Eén vent merkte dat op en gaf me een biertje’
 
Met Team Clafis gaat het Anema voor de wind. Hij hielp Jorrit Bergsma aan olympisch goud op de 10 kilometer. Sven Kramer, de grote rivaal, werd verslagen. Anema praat er nog steeds met veel voldoening over. “Al zorgde nederlaag van Sven destijds wel voor een algehele depressie in het Holland Herrie Huis. Als coach van een winnaar stond ik er achteraf een beetje verloren bij. Alleen aan een statafel. Dat voelde héél erg raar. Eén vent merkte dat op en gaf me een biertje. Samen hebben we geproost.”
Als fysiotherapeut werkte Anema bij de Sanex-ploeg van Rintje Ritsma. Twee ultieme winnaars. Winnaars die Anema zowel op de langebaan als in het marathonschaatsen onder zijn hoede heeft. “Die moeten steeds volle bak. Aan half werk hebben we niks.”
De gedreven schaatscoach richt zich liefkozend en bijkans vaderlijk tot de ambitieuze speelsters van DOS’46. ‘’Als jullie straks kinderen baren zorg dan als goede moeders voor winnende kinderen.” De dames knikken. “Ik denk dat het goed komt”, glimlacht Anema.
In zijn slotconclusie predikt het schaatsorakel ruimte en snelheid op het veld. En wat is de sleutel tot succes? “Met z’n allen de schouders eronder zetten. Er voor gaan.”

Lezing: Jillert Anema, donderdagavond 24 september. Initiatief: Businessclub De Boogschutter